Rekenen met geld in groep 4

Al op jonge leeftijd krijgen kinderen door, dat geld waarde heeft. Met geld kun je iets kopen. Op de basisschool begint het rekenen met geld in groep 3. Het begrip ‘ruilen’ wordt al bij de kleuters in de speelhoek geïntroduceerd. Tegen de tijd dat je kind in eind groep 4 zit, heeft hij een enorme sprong van ruilen naar rekenen gemaakt. Aan welke leerdoelen een kind uit groep 4 werkt en hoe je er samen met je kind mee kunt oefenen? Dat lees je in deze blog!

REKENEN MET GELD IN GROEP 3

In groep 3 heeft een kind geleerd de munten van 1 en 2 euro en de briefjes van 5 en 10 euro te herkennen. Ook kan hij met deze munten en briefjes bedragen tot 20 euro samenstellen.

Psst… Ben je benieuwd hoe je je kind hier thuis bij kunt helpen? Lees dan de blog ‘Rekenen met geld in groep 3’ of kijk mijn rekeninstructie over geldbedragen samenstellen hier.

LEERDOELEN ‘GELDREKENEN’ IN GROEP 4

Hoppakee, de leerdoelen voor groep 4 voor het rekenen met geld op een rijtje! Wel zo makkelijk en het scheelt mij een heel verhaal.

Een kind…

… herkent alle munten en biljetten tot 100 euro.
… kan correct aangeven wanneer iets ‘duur’, ‘duurder’, ‘goedkoop’ en ‘goedkoper’ is.

… kan bedragen tot en met 2 euro op verschillende manieren samenstellen met munten.
… kan hele bedragen tot 100 euro op verschillende manieren samenstellen met munten (van 1 en 2 euro) en biljetten.
… kan munten en biljetten inwisselen tegen andere munten en biljetten.
… kan optellen en aftrekken van geldbedragen t/m 100.

BELANGRIJK IN GROEP 4

Sommige onderdelen van het rekenen (denk aan splitsen of de tafelsommen) geven een kind pas lucht, nadat ze geautomatiseerd zijn. Met geautomatiseerd bedoel ik, dat een kind binnen twee seconden antwoord kan geven op de som. Voor sommige kinderen is automatiseren een hele klus. Toch is het een van de belangrijkste dingen, om een goede basis te leggen en het rekenen in de loop van de jaren leuk te houden. Want niemand zit erop te wachten steeds dezelfde keersom uit te moeten rekenen.

Ook het rekenen met geld kan een stuk prettiger worden, nadat het een en ander geautomatiseerd is. Hoeveel munten van 10 cent een euro maken? En hoeveel munten van 20 cent dat zijn? Vragen, waar een kind in groep 4 het antwoord op moet kunnen geven. Wat zou het fijn zijn, als die antwoorden geautomatiseerd zijn en hij hier niet telkens diep voor hoeft na te denken. Hoe je dit soort sommen kunt automatiseren? Dat zal ik je vertellen!

EVEN CHECKEN

Kinderen willen ontdekken, onderzoeken, voelen en soms ook proeven en ruiken (alhoewel dat met geld lastig wordt). Trek je portemonnee dus maar open om het rekenen met geld éxtra leuk te maken! Maar eerst…

Check of je kind de waarde van de munten kent. Laat hem eerst de munten van klein naar groot neerleggen (5 cent, 10 cent, 20 cent en 50 cent).

Check of je kind de waarde van het briefgeld kent. Laat hem de briefjes van groot naar klein neerleggen (5 euro, 10 euro, 20 euro, 50 euro en 100 euro).

THUIS REKENEN MET GELD

Leg de volgende munten voor je kind op tafel:

4 munten van 50 cent
6 munten van 20 cent
12 munten van 10 cent (dit wordt een beetje sparen de komende tijd)
23 munten van 5 cent (dit wordt heel veel sparen de komende tijd)

REKENOEFENING 1: BEGRIP VAN MUNTEN

Zoek samen met je kind naar 4 voorwerpen of producten, die elk (ongeveer) 1 euro kosten. Deze dienen straks als voorwerpen/producten, die je kind gaat ‘kopen’. Kijk of je kind kan inschatten, wat ongeveer een euro kost.

REKENOEFENING 2: DE WINKEL IN HUIS

Met het geld dat voor je kind ligt, mag hij een voorwerp/product kiezen, dat hij wil ‘kopen’. Afgerond of niet: vanaf nu kost het voorwerp/product 1 euro. 😉

Er is wel een regel: Het voorwerp/product moét gekocht worden met munten van dezelfde waarde.

Bespreek nadat de munten zijn neergelegd, hoeveel munten van dezelfde waarde 1 euro maken. Legt je kind 5 munten van 20 cent neer, dan kun je zeggen: “Kijk, 5 munten van 20 cent maken samen 1 euro!”

Als een kind dit goed begrijpt, is de basis voor het rekenen met geld gelegd. Als een kind binnen 2 seconden een antwoord kan geven op de vragen, is dit onderdeel van het rekenen geautomatiseerd!

TIPS!

Laat je kind het geld voor zich op tafel leggen (in plaats van in zijn hand houden). Zo wordt het voor jullie beiden zichtbaar en overzichtelijker.
Oefen een korte tijd (ongeveer 10 minuten). Het effect is groter als je 2 of 3 keer per week kort oefent, in plaats van 1 keer een half uur.

Herhalen, herhalen en nog eens herhalen. De sleutel tot succes! Zelfs als de sommen geautomatiseerd zijn, kun je zo nu en dan nog eens oefenen. Bijvoorbeeld na een paar weken of een maand. Schrik niet als de stof weggezakt is. Leg je kind uit, dat het normaal is. Hij zal zien, dat de stof nu veel sneller beklijfd.