12 april 2024
– Geschreven door Sonja –
We gebruiken inmiddels bijna allemaal onze betaalpas, mobiele telefoon of zelfs horloge om mee te betalen. Kinderen zien het fysieke geld bijna niet meer in de winkel. Om kinderen het besef en de waarde van geld mee te geven, is oefenen met echt geld (of speelgeld) extra belangrijk.
Waar komt dat geld vandaan? Kan het ook op? Wat is het verschil tussen 10 cent en 10 euro? Zo kun je thuis zelf spelenderwijs aan de slag!
Rekenen met geld in de praktijk
Afgelopen week was ik met Sven bij de slager. We moesten €29,25 afrekenen en ik gaf de slager een briefje van €20. “Nog 10 erbij,” zei de slager. Sven vroeg: “Nog 10 cent of 10 euro?”
De slager zei dat hij nu €20 had van de €29,25 en dat er dan 9 euro en 25 cent bij moest, dat het dichtstbijzijnde briefje een briefje van 10 euro is en dat je wisselgeld krijgt. In een paar tellen kreeg Sven een rekenles over geld van de slager.
De vaardigheden die kinderen ontwikkelen door te leren rekenen met geld zijn onmisbaar. Bij de slager leerde Sven iets over de waarde van het €29,25, over het samenstellen van een bedrag en over het berekenen van wisselgeld.
Maar er is nog veel meer te leren van rekenen met geld! Denk bijvoorbeeld aan het leren sparen.
Thuis aan de slag!
Kinderen krijgen thuis te maken met rekenen met geld: ze gaan mee boodschappen doen, ze krijgen zakgeld, een extraatje voor het rapport of geld voor een ijsje. Ze leren dat geld een waarde heeft, dat je er iets voor kunt kopen.
Geld zit in de portemonnee, komt uit de muur of je betaalt via een pasje of je telefoon. Om echt grip te krijgen op de waarde van geld is het voor kinderen thuis belangrijk dat ze het geld, de muntjes en de briefjes, daadwerkelijk vast kunnen houden. De muntjes en briefjes kunnen bekijken, vergelijken en ermee spelen.
Ideeën voor thuis
1. De inhoud van een portemonnee
Bekijk samen de inhoud van de portemonnee. Leg het geld op tafel en kijk samen naar de muntjes en briefjes. Je kind kan de muntjes en briefjes sorteren (1 euro bij 1 euro), vergelijken en kinderen vanaf een jaar of 6 kunnen het geld bij elkaar optellen.
Wist je dat Les van Anne een leerzame rekenvideo over het samenstellen van bedragen heeft gemaakt? Je vindt de video hieronder!
2. Winkeltje spelen
Richt een klein winkeltje in huis in met speelgoed, boeken of huishoudelijke artikelen. Prijs alles en geef je kind speelgeld om items te ‘kopen’. Dit helpt niet alleen bij het leren rekenen met geld, maar ook bij het begrijpen van waarde en het maken van keuzes. Kinderen vanaf een jaar of 7 kunnen oefenen met het berekenen van wisselgeld.
3. Samen naar de winkel
Neem je kind mee met boodschappen doen en laat je kind helpen met afrekenen. Sven en Emma vonden het al heel interessant om het geld te geven en dan wisselgeld te krijgen. Wanneer je kinderen wat ouder zijn, kunnen ze ook zelf naar de winkel en betalen met contant geld.
4. Spaardoelen stellen
Leer je kind wat sparen is en bedenk samen een spaardoel. Bewaar het geld in een leuke spaarpot. Eens in de zoveel tijd kun je de inhoud van de spaarpot bekijken en tellen. Als je kind genoeg geld heeft gespaard, dan kan hij dat uitgeven aan een echte beloning!
Rekenen met geld op school: wat leert mijn kind?
Op de basisschool is rekenen met geld een onderdeel van de rekenlesstof van groep 1 t/m groep 8. De basis voor rekenen met geld wordt al gelegd in groep 1 en 2. Daar oefenen de kinderen vooral spelenderwijs. Ook in themahoeken komt geld vaak terug.
In groep 3 maken de kinderen kennis met euromunten en de eerste biljetten. De kinderen leren welke munten en briefjes er zijn. Ook wordt speelgeld gebruikt om sommen op te lossen, zoals geld tellen en gepast betalen.
In groep 4 wordt het rekenen met geld uitgebreid. De kinderen leren dat een muntje van 10 cent hetzelfde is als €0,10, dat €1 gelijk is aan 100 cent en €2 aan 200 cent. Ook leren ze het euroteken en rekenen met bedragen tot €100.
In groep 5 komen daar het rekenen met kommagetallen en vermenigvuldigen en delen met geld bij.
In groep 6 leren de kinderen rekenen tot €1000. Ook leren ze geldbedragen te schatten. Dit kunnen ze gebruiken om vlot te zien hoeveel iets kost.
In groep 7 wordt het rekenen met geld uitgebreid met procenten, zoals bij het berekenen van een korting (50% korting op een bedrag van €60: hoeveel euro korting is dat?).
Tot slot leren kinderen in groep 8 ook over buitenlandse valuta.
Pssst… Wil je meer weten over de leerdoelen per leerjaar? Lees dan de blogs ‘rekenen met geld in groep 3’, ‘rekenen met geld in groep 4’, en ‘rekenen met geld in groep 5’.
Digitaal geld: pinnen en een bankrekening
Tegenwoordig wordt er veelal met digitaal geld betaald. Kinderen zien ons vaak betalen met een pasje, telefoon of zelfs horloge. Sommige kinderen denk dat je met je pinpas oneindig kunt betalen. Hoe werkt dat? Komt er geld uit het pasje? Waar komt dat geld vandaan? Kan het geld ook op?
Je kunt je kind leren dat jouw geld op een bankrekening staat. De bankrekening is een soort spaarpot. Je pinpas, telefoon of horloge is een middel, waarmee je het geld van jouw bankrekening (het spaarpotje) kunt overmaken / aan iemand anders kan geven.
Om kinderen een goed besef van geld en de waarde ervan mee te geven, is oefenen met echt geld extra belangrijk. Echt geld, ofwel concreet materiaal, is hierbij extra belangrijk om in te zetten.
Concreet materiaal bij het rekenen met geld
Concreet materiaal gebruiken is erg belangrijk bij leren rekenen. Met concreet materiaal wordt driedimensionaal materiaal bedoeld. Materiaal wat kan worden vastgehouden, kan worden bekeken, en kan worden vergeleken. Alle zintuigen kunnen ingezet worden.
Bij rekenen kan er gedacht worden aan een rekenrekje, kralenketting, blokken, fiches, en specifiek voor leren rekenen met geld het namaakgeld. Let er wel op dat het namaakgeld ook echt lijkt op de echte euromunten en -briefjes.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het inzetten van driedimensionaal materiaal bij rekenen zorgt voor verhoging van de rekenprestaties bij kinderen op de basisschool in de leeftijd van 7 t/m 11 jaar. Het blijkt zelfs zo dat iedere nieuwe basisvaardigheid gebaseerd zou moeten zijn op uitleg en oefenen met materiaal, zowel bij het aanvankelijk rekenen in groep 3 en 4 maar ook in de bovenbouw.
Zet dus concreet materiaal in, thuis en op school, zodat je het kind nog beter kan ondersteunen!
Niet alleen in de onderbouw maar juist ook in de bovenbouw, om alle abstracte sommen beter te kunnen begrijpen. Door concreet materiaal wordt de les ook nog een stukje leuker en actiever!
Bronvermelding bij de onderzoeken: Hickendorff, M., Mostert, T.M.M., Van Dijk, C.J., Jansen, L.L.M., Van der Zee, L.L., & Fagginger Auer, M.F. (2017). Rekenen op de basisschool. Review van de samenhang tussen beïnvloedbare factoren in het onderwijsleerproces en de rekenwiskundeprestaties van basisschoolleerlingen. Leiden: RUL.
rekenen met geld op youtube
Benieuwd naar de rekenvideo’s op deze website, die over rekenen met geld gaan? Hieronder vind je er alvast twee!
rekenvideo’s over GELD
Wist je dat je op deze site allemaal instructievideo’s en bijpassende werkbladen over rekenen vindt? Hier vind je de lessen over het onderwerp ‘geld’ op een rij!
GROEP 3 LES 11.1 Munten en biljetten (t/m 10 euro)
GROEP 3 LES 11.2 Geldbedragen samenstellen
GROEP 3 LES 11.3 Geldbedragen vergelijken
GROEP 4 LES 18 Geld – euro’s en centen
GROEP 4 LES 24 Wisselgeld
GROEP 5 LES 5 Prijzen vergelijken
GROEP 5 LES 34 Geldbedragen met een komma
GROEP 5 LES 54 Wisselgeld
GROEP 6 LES 3 Rekenen met geld (t/m €5000)
GROEP 6 LES 22 Verhoudingen – breuken en geld
GROEP 6 LES 23 Plus onder elkaar met geld
GROEP 6 LES 31 Geldbedragen delen
GROEP 6 LES 36 Min een aanvullen met geldbedragen
GROEP 6 LES 48 Keersommen met geld
GROEP 7 LES 11 Deel van een geheel bij geld en maten